Een blaasfunctieonderzoek of urodynamisch onderzoek meet hoe de blaas en sluitspier van de blaas functioneren bij het vullen van de blaas en tijdens het plassen.
Dit onderzoek wordt meestal uitgevoerd:
- bij complexe plasproblemen, bijvoorbeeld neurogeen blaaslijden of verschillende types van urineverlies
- als eerder ingestelde behandelingen geen effect hebben
- om het te verwachten effect van of de noodzaak tot een ingreep beter in te schatten
Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd?
Het blaasfunctieonderzoek gaat door in een daartoe voorziene ruimte met een speciale onderzoeksstoel met meetapparatuur.
De arts of verpleegkundige die het onderzoek uitvoert zal je vragen voor het onderzoek te plassen, de onderkledij uit te doen en plaats te nemen op de onderzoeksstoel.
Volgende stappen zullen worden doorlopen:
- ontsmetten van de plasopening
- inbrengen van een lokaal verdovend glijmiddel in de plasbuis
- het plaatsen van een fijne sonde (buisje) via de plasopening tot in de blaas; deze sonde bevat sensoren die de druk in de blaas en sluitspier meten
- het plaatsen van een fijne sonde in de aars om de druk in de buik te meten
- het verbinden van de sondes met de meetapparatuur
- eventueel worden ook kleefelektrodes aangebracht op de stuit en het been om de spanning in de bekkenbodemspieren te meten
Eenmaal alles geïnstalleerd is en jijzelf een comfortabele houding hebt aangenomen (zittend of staand), zal de blaas worden gevuld met een steriele vloeistof via de blaassonde.
Tijdens het vullen van de blaas zal je volgende zaken moeten aangeven:
- eerste blaasgevoel
- plasdrang waarvoor je normaal naar het toilet zou gaan
- plotse plasdrang die je niet kan bedwingen
- urineverlies
- pijnklachten
Je zal moeten plassen in het daartoe voorziene opvangtoestel met de sonde in de blaas om ook tijdens het plassen de spierwerking te meten.
Meestal wordt de blaas 2 keer gevuld, eenmaal zittend en eenmaal staand.
Na het onderzoek worden de sondes verwijderd.
Het onderzoek duurt 30 tot 60 minuten en is niet pijnlijk.
De resultaten van het onderzoek kunnen meteen aansluitend met jou worden besproken door je uroloog.
Meestal krijg je nadien nog een middel om de blaas te ontsmetten en infectie te vermijden na het onderzoek.
Je zal mogelijks ook wat sneller moeten gaan plassen en je kan een branderig gevoel bij het plassen ervaren.
Zorg ervoor dat je voldoende drinkt en regelmatig gaat plassen, dan verdwijnt dit na enkele uren.
Als de irritatie langdurig blijft aanhouden en/of je krijgt koorts, verwittig dan zeker je arts.
Wat kan er worden vastgesteld?
Mogelijke afwijkingen bij een blaasfunctieonderzoek zijn:
- blaasspasmen of overactieve blaas tijdens de blaasvulling, al dan niet met aandrangincontinentie
- zwakke blaascontractie tijdens plassen of luie blaas
- stressincontinentie bij hoesten
- zwakke of te sterke sluitspierdruk
- onvoldoende ontspanning van de sluitspier bij plassen
Referenties
- Panicker, J. N., Fowler, C. J., & Kessler, T. M. (2020). Lower Urinary Tract Dysfunction in Neurological Disease: A Clinical Approach. The Lancet Neurology, 19(5), 478-492.
- Dit artikel bespreekt neurogene blaasdysfunctie en de rol van urodynamisch onderzoek in de diagnose en behandeling van patiënten met neurologische aandoeningen.
- Gammie, A., Clarkson, B., Constantinou, C., Damaser, M., Drinnan, M., Geleijnse, G., & Griffiths, D. (2021). International Continence Society Guidelines on Urodynamic Equipment Performance. Neurourology and Urodynamics, 40(5), 1215-1231.
- Dit artikel biedt richtlijnen voor de uitvoering van urodynamisch onderzoek en beschrijft de vereisten voor apparatuur en meetprocedures.
- Apostolidis, A., & Sahai, A. (2021). Urodynamics in the Diagnosis and Management of Overactive Bladder. Current Bladder Dysfunction Reports, 16(2), 114-121.
- In dit artikel wordt het gebruik van urodynamische testen bij de evaluatie van overactieve blaas besproken, inclusief de diagnostische waarde van het vaststellen van blaascontracties en blaasspasmen.
- Rosier, P. F. W. M., Schaefer, W., & Lose, G. (2021). Urodynamic Testing in Adults: A Practical Approach to Standardization, Clinical Significance, and Interpretation. European Urology Focus, 7(2), 340-346.
- Dit artikel biedt praktische richtlijnen voor de interpretatie van urodynamische resultaten, met een focus op het detecteren van afwijkingen zoals stressincontinentie en een zwakke blaascontractie.
- Nambiar, A. K., Bosch, R., Cruz, F., & Lemack, G. E. (2020). EAU Guidelines on Assessment and Diagnosis of Urinary Incontinence. European Urology, 78(2), 203-213.
- Deze richtlijnen van de European Association of Urology geven een overzicht van de indicaties voor urodynamisch onderzoek bij urine-incontinentie en hoe de resultaten te gebruiken bij het plannen van de behandeling.
- Rahman, M., & Turner, W. H. (2022). The Role of Urodynamic Testing in Male Lower Urinary Tract Symptoms. Journal of Urology, 207(1), 10-18.
- Dit artikel gaat in op het belang van urodynamische testen bij mannen met complexe lagere urinewegsymptomen (LUTS), waaronder het vaststellen van afwijkingen zoals een overactieve blaas of problemen met de sluitspierdruk.
- Griffiths, D. J., & Rademakers, K. L. (2021). Non-invasive Urodynamic Evaluation of Bladder Outlet Obstruction and Detrusor Underactivity. Neurourology and Urodynamics, 40(3), 673-683.
- Dit onderzoek bespreekt alternatieven voor invasieve urodynamische testen en richt zich op de detectie van detrusor-hypoactiviteit en obstructies van de blaashals.
Gerelateerde artikels
Urethro-cystografie
Beeldvorming van de prostaat
Bloedonderzoek
Volg @plaspraat