Onderactieve of luie blaas

‍

Een luie blaas gaat gepaard met een grote variatie in plasklachten:

• weinig gaan plassen, verminderd blaasgevoel, plassen van grote volumes

• vaak gaan plassen, valse plasdrang, plassen van vele kleine beetjes

• zwakke of onderbroken straal, moeten duwen om te plassen

• het gevoel hebben niet volledig leeg te plassen

• urineweginfecties

• pijn bij plassen

‍

‍
Een luie blaas kan worden veroorzaakt door:

‍

• schade aan de hersenen of het ruggenmerg:
  zoals bij de ziekte van Parkinson, Multiple Sclerose, hersenbloeding of -trombose, ruggenmergletsels

‍

• schade aan de zenuwen van en naar de blaas:
  zoals na een ingreep in de buurt van de blaas zoals darmchirurgie

‍

• suikerziekte:
  hierbij kunnen zowel de zenuwen als de spieren van de blaas worden aangetast

‍

• langdurige weerstand in de plasbuis:
  zoals bij goedaardige prostaatvergroting of plasbuisvernauwing

‍

• soms is er geen duidelijke oorzaak te vinden

‍

‍

‍

Een onderactieve blaas wordt vermoed op basis van de plasklachten.

Je arts zal je hiernaar vragen, maar ook naar andere klachten, zoals stoelgangs- of pijnklachten. 
‍

Een lichamelijk onderzoek van buik, geslachtsorgaan en prostaat laat toe tekenen van overvolle blaas op te sporen of oorzaken van weerstand tegen de blaas.
‍

De plaskalender brengt het plas- en drinkgedrag in kaart. 

‍
Een uroflowmetrie en echoresidu bepaling laat toe de plasstraal te beoordelen en ook of de blaas leeg is na het plassen.

‍

Een blaasfunctieonderzoek voor het beoordelen van de blaasspier- en sluitspierwerking kan noodzakelijk zijn als de eerste onderzoeken onvoldoende duidelijkheid brengen, als een neurogene blaas wordt vermoed of als de behandeling niet aanslaat.
‍
‍

Zo nodig zullen bijkomende onderzoeken zoals een urineonderzoek, beeldvorming van de urinewegen of cystoscopie worden uitgevoerd. 

‍

Een simpele behandeling om een luie blaas beter te laten samentrekken bestaat er op vandaag niet. 

‍

Het aanpassen van drink- plas- en stoelgangspatroon is van groot belang, waarbij vooral moet vermeden worden de blaas overmatig te vullen:

• Voldoende drinken, maar goed spreiden doorheen de dag
• vermijden van overmatig gebruik van koffie en alcohol
• op regelmatige tijdstippen gaan plassen (klokplassen)
• regelmatig stoelgang maken, gezien bijvoorbeeld constipatie de blaaswerking en/of blaasgevoel kan beïnvloeden

‍

Het beter ontspannen van de bekkenbodem door middel van bekkenbodemkinesitherapie kan het een luie blaas makkelijker maken. 

Ook zenuwstimulatie kan de resterende werking van de blaas stimuleren (in bepaalde gevallen is sacrale neuromodulatie ook een optie).

‍

Het verminderen van de weerstand in de plasbuis kan het een luie blaas makkelijker maken. Dit kan door:

• medicatie om de prostaat te ontspannen of verkleinen
• prostaatoperatie
• operatie van de plasbuis bij plasbuisvernauwing

‍

Als geen van bovenstaande behandelingen effectief of mogelijk zijn, dan zal de blaas moeten worden leeggemaakt door middel van sondage.
‍
In ideale omstandigheden is dit zelfsondage waarbij je op regelmatige tijdstippen de blaas leegmaakt door een sonde (buisje) via de plasbuis in de blaas te brengen.

Is dit niet mogelijk, dan kan eventueel een sonde via de buik in de blaas worden geplaatst (suprapubische sonde), waarbij de blaas verschillende keren per dag kan worden leeggelaten met een kraantje.
‍

In sommige gevallen zal een operatie van de blaas nodig zijn om schade aan de nieren te voorkomen en de plasklachten voldoende onder controle te krijgen. 

‍

‍

1. D'Ancona, C., Haylen, B., Oelke, M., et al. (2019). The International Continence Society (ICS) Report on the Terminology for Adult Male Lower Urinary Tract and Pelvic Floor Symptoms and Dysfunction. Neurourology and Urodynamics, 38(2), 433-477.
   • Dit artikel biedt een standaardisatie van terminologie voor lagere urineweg- en bekkenbodemklachten bij mannen, waaronder een onderactieve blaas.
2. Blok, B. F. M., Karsenty, G., Corcos, J. (2017). Lower Urinary Tract Symptoms in Neurogenic Bladder Dysfunction: How Can We More Efficiently Identify and Treat Patients? European Urology Focus, 3(6), 705-707.
   • Dit artikel bespreekt de diagnose en behandeling van neurogene blaasdisfunctie, een belangrijke oorzaak van een luie blaas.
3. Smith, P. P., & Kuchel, G. A. (2016). Diabetes and the Aging Bladder: A Clinically Significant Model of Diabetic Bladder Dysfunction. Diabetes, 65(2), 375-382.
   • Een studie naar de invloed van diabetes op de verouderende blaas, waarbij zowel zenuw- als spierproblemen aan de blaas worden besproken, die kunnen leiden tot een onderactieve blaas.
4. Watanabe, R., & Kwon, D. D. (2020). Underactive Bladder: Pathophysiology and Treatment Options. Current Bladder Dysfunction Reports, 15(3), 154-162.
   • Dit artikel geeft een overzicht van de oorzaken van een onderactieve blaas en de huidige behandelingsopties, inclusief sondage en chirurgische interventies.
5. Shen, F. L., Wang, X., Shen, Z. J. (2018). Sacral Neuromodulation for the Treatment of Underactive Bladder: A Systematic Review and Meta-analysis. International Urology and Nephrology, 50(4), 699-705.
   • Een systematische review naar het gebruik van sacrale neuromodulatie bij de behandeling van een onderactieve blaas.
6. Andersson, K. E. (2017). Bladder Dysfunction in Diabetes: Mechanisms, Clinical Correlates, and Management. Diabetes, Metabolic Syndrome and Obesity: Targets and Therapy, 10, 331-339.
   • Een bespreking van de mechanismen en behandeling van blaasdisfunctie bij diabetes, met aandacht voor de rol van zowel zenuwen als spieren.
7. Yamaguchi, O., Honda, K., Nomiya, M., et al. (2018). Defining Underactive Bladder and its Treatment: A Review of Current Methods and Future Targets. International Journal of Urology, 25(3), 177-188.
   • Dit artikel geeft een overzicht van de definitie, oorzaken en behandelingen van een onderactieve blaas, waaronder sondage en zenuwstimulatie.
8. Al-Zahrani, A. A., & Gajewski, J. B. (2016). Underactive Bladder: Non-neurogenic Causes and Treatment Options. International Urology and Nephrology, 48(7), 1077-1085.
   • Dit artikel behandelt niet-neurogene oorzaken van een onderactieve blaas en de beschikbare behandelingen, zoals blaastraining en sondage.
9. Kuo, H. C. (2017). Clinical Diagnosis and Management of Underactive Bladder. Journal of Urology, 197(1), 94-101.
   • Een uitgebreide klinische handleiding voor de diagnose en behandeling van een onderactieve blaas.
   • Dit artikel onderzoekt de invloed van obstipatie op de blaasfunctie, wat een rol kan spelen bij een onderactieve blaas.
10. Wang, C. C., Yang, S. S. D., & Chen, T. H. (2019). Impact of Constipation on the Urinary Bladder: An Urodynamic and Electrophysiological Evaluation. Neurourology and Urodynamics, 38(7), 1845-1850.
    • Dit artikel onderzoekt de invloed van obstipatie op de blaasfunctie, wat een rol kan spelen bij een onderactieve blaas.

‍