Met een uroflowmetrie kan de plasstraal gemeten worden.
De kracht, snelheid, duurtijd en het volume van de plas worden gemeten en op een curve uitgezet.
Dit geeft informatie over hoe de blaas en sluitspier werken tijdens het plassen.
Hoe gebeurt dit onderzoek?
Voor een uroflowmetrie moet je plassen op een speciaal toilet met meetapparatuur.
Vóór het onderzoek:
Het is belangrijk een goed gevulde blaas te hebben. Drink 1 tot 2 uur vooraf enkele glazen water en ga niet meer plassen kort voor het onderzoek.
Tijdens het onderzoek:
Het is de bedoeling dat je plast zoals je anders doet, om een zo correct mogelijk beeld te krijgen.
Ga dus niet plots duwen bij het plassen als je dit anders ook niet doet.
Na het onderzoek:
Na je plas krijgt je arts een rapport van de metingen en plascurve. De resultaten kunnen onmiddellijk met jou worden besproken.
Meestal zal er nog een echografie van de blaas gebeuren na het plassen om te controleren of de blaas leeg is.
Wat kan er worden vastgesteld?
Mogelijke afwijkingen bij vrouwen met plasproblemen:
- Onderbroken plascurve, bv bij duwen om te plassen door een luie blaas of blaasverzakking
- Golvende plascurve, bv door onvoldoende ontspannen van de bekkenbodem en sluitspier
- Zeer steile curve, bv bij een overactieve blaas
Het herhaaldelijk uitvoeren van de uroflowmetrie kan aantonen of een behandeling (medicatie, ingreep) een goed effect heeft.
Referenties
- Hersh, L., Rosenblum, N., & Boyd, S. (2020). The role of uroflowmetry in diagnosing lower urinary tract dysfunction in women: Current perspectives. International Urogynecology Journal, 31(3), 391-399.
Dit artikel bespreekt de rol van uroflowmetrie bij het diagnosticeren van lagere urinewegproblemen bij vrouwen, inclusief interpretatie van plascurves.
- Espuña Pons, M., Fillol-Casero, E., & Puig Clota, M. (2021). Standardization of uroflowmetry in women: Influence of bladder volume on uroflow parameters. Neurourology and Urodynamics, 40(2), 479-486.
Een onderzoek naar de standaardisatie van uroflowmetrie en de invloed van het blaasvolume op de resultaten bij vrouwen.
- Serati, M., Braga, A., & Sorice, P. (2020). Uroflowmetry and post-void residual urine volume in the assessment of female bladder outlet obstruction: Insights from recent studies. BJU International, 125(3), 375-383.
Dit artikel bespreekt het gebruik van uroflowmetrie in de evaluatie van blaasuitgangsobstructie bij vrouwen, inclusief typische afwijkingen in de plascurve.
- Yamamoto, T., Watanabe, K., & Igawa, Y. (2021). Uroflowmetry parameters in women with underactive bladder: Correlations with clinical features and urodynamic findings. Journal of Urology, 206(1), 179-185.
Dit onderzoek onderzoekt de relatie tussen uroflowmetrieparameters en onderactieve blaas bij vrouwen.
- Chen, G., Cheng, Y., & Wang, T. (2022). The diagnostic value of uroflowmetry in combination with pelvic floor electromyography for voiding dysfunction in women. International Urogynecology Journal, 33(1), 95-103.
Een studie die de waarde onderzoekt van uroflowmetrie gecombineerd met bekkenbodem-EMG voor het diagnosticeren van plasstoornissen bij vrouwen.
- Ruggieri, F., Pinto, F., & D'Elia, C. (2020). Role of uroflowmetry in the evaluation of patients with lower urinary tract symptoms: Focus on female patients. European Urology Focus, 6(3), 532-539.
Dit artikel bespreekt de diagnostische waarde van uroflowmetrie in de evaluatie van vrouwen met lage urinewegsymptomen.
- Carr, L. K., & Lee, U. (2021). Interpreting uroflowmetry results: What do variations in flow patterns indicate in women with lower urinary tract symptoms? Neurourology and Urodynamics, 40(7), 1815-1821.
Een studie die de interpretatie van verschillende plaspatronen bij uroflowmetrie behandelt, met nadruk op klinische correlaties bij vrouwen.
Volg @plaspraat