Met een uroflowmetrie kan de plasstraal gemeten worden.
De kracht, snelheid, duurtijd en het volume van de plas worden gemeten en op een curve uitgezet.
Dit geeft informatie over hoe de blaas en sluitspier werken tijdens het plassen.
Hoe gebeurt dit onderzoek?
Voor een uroflowmetrie moet je kind plassen op een speciaal toilet met meetapparatuur.
Voor het onderzoek:
Het is belangrijk dat je kind een goed gevulde blaas heeft.
Laat hem/haar 1 tot 2 uur vooraf enkele glazen water drinken en vraag zeker niet om nog te plassen kort voor het onderzoek.
Tijdens het onderzoek:
Het is de bedoeling dat je kind plast zoals gewoonlijk, om een zo correct mogelijk beeld te krijgen.
Na het onderzoek:
Na de plas krijgt de arts een rapport van de metingen en plascurve. De resultaten kunnen onmiddellijk met jullie worden besproken.
Meestal zal er nog een echografie van de blaas gebeuren na het plassen om te controleren of de blaas leeg is.
Wat kan er worden vastgesteld?
Mogelijke afwijkingen bij kinderen met plasproblemen:
- Onderbroken plascurve, bv bij duwen om te plassen door een luie blaas
- Golvende plascurve, bv door onvoldoende ontspannen van de bekkenbodem en sluitspier
- Zeer steile curve, bv bij een overactieve blaas
Het herhaaldelijk uitvoeren van de uroflowmetrie kan aantonen of een behandeling (bekkenbodemtherapie, medicatie of een operatie) een goed effect heeft.
Volg @plaspraat