De bekkenbodem is een groep spieren die de organen onder in de buik ondersteunen en een rol spelen bij het ledigen van de blaas en de darm.

De bekkenbodem speelt dus een belangrijke rol bij het ontstaan van plasklachten. 

De blaas ligt namelijk net boven de bekkenbodem en de plasbuis loopt er dwars doorheen. 

Bekkenbodemtherapie wordt uitgevoerd door kinesitherapeuten, fysiotherapeuten en omvat het volgende:

  • urotherapie
  • bekkenbodemkinesitherapie door middel van bekkenbodemoefeningen, biofeedback en/of elektrostimulatie
  • zenuwstimulatie

Niet elke kinesist legt zich toe op deze behandeling, raadpleeg hiervoor dus zeker een kinesist met "bijzondere bekwaamheid in de pelvische reëducatie" ofwel een specialisatie in bekkenbodemtherapie. 

Bekkenbodemkinesitherapie

Al naargelang het plasprobleem zal een andere aanpak nodig zijn.

Het is belangrijk inzicht te krijgen in hoe je de bekkenbodemspieren moet gebruiken, zowel om op te spannen als om te ontspannen.

Hiertoe zal de bekkenbodemtherapeut tijdens verschillende sessies oefeningen aanleren die je ook thuis verder moet uitvoeren, dit is de bekkenbodemkinesitherapie.

Eerste sessie

Een eerste consult bij de bekkenbodemkinesist start met een intakegesprek waarbij de klachten uitvoerig worden bevraagd. 

Daarnaast zal uitleg worden gegeven over de oorzaak van je klachten en hoe deze kunnen worden aangepakt door middel van oefeningen en zelfevaluatie zoals herhaaldelijk bijhouden van een plaskalender.

Ook het bespreken van je toilethouding en technieken om te plassen en stoelgang te maken zullen aan bod komen.

Volgende sessies

In een tweede consult wordt vaak, maar niet altijd, en enkel met goedkeuring van de patiënt overgegaan tot een inwendig onderzoek.

Zo kan de werking van de bekkenbodemspieren objectief worden beoordeeld, kunnen de oefeningen beter begeleid worden en gecorrigeerd worden indien nodig. 


Als blijkt dat de oefeningen niet goed worden uitgevoerd, kan biofeedback worden toegepast. 

Dit wil zeggen dat de spanning in de bekkenbodemspieren gemeten wordt terwijl je oefeningen uitvoert.

Dit gebeurt door middel van een buisje dat bij mannen anaal wordt ingebracht.

De metingen worden op een scherm weergegeven en zo kan je zelf zien of je de oefeningen goed uitvoert en hoe de evolutie doorheen de behandelingen verloopt.

Zo nodig zullen via het buisje elektrische impulsen aan de bekkenbodemspieren worden gegeven bij elektrostimulatie.

Hierdoor ervaar je hoe het voelt als de bekkenbodemspieren zich opspannen.

Frequentie en aantal sessies

In het begin worden de sessies best wekelijks ingepland (3 tot 5 keer), om nadien de sessies meer te spreiden.

Pas na 4 tot 6 sessies zal je een effect op de klachten merken, geef de behandeling dus voldoende tijd. 

In sommige gevallen kan de behandeling worden afgerond na een 6-tal sessies, bij anderen zijn 9, 12 of zelfs 18 sessies nodig om voldoende effect te bereiken. 

Doel van de behandeling

Het trainen van je bekkenbodemspieren kan helpen om:

  • urineverlies te behandelen
  • hevige plasdrang onder controle te houden
  • valse plasdrang te vermijden
  • pijnklachten te verminderen
  • vlottere stoelgang te maken

Zenuwstimulatie

Ook zenuwstimulatie kan door bekkenbodemtherapeuten worden toegepast. 

Dit houdt in dat de zenuwen naar de blaas en bekkenbodem worden gestimuleerd met kleine elektrische prikkelingen.

Hierdoor zullen de blaas en/of bekkenbodem niet meer willekeurig samentrekken, rustiger worden en kan de normale functie zich herstellen.



Er zijn verschillende vormen van zenuwstimulatie:

-        TENS of “transcutane elektrische neurostimulatie“

Er worden plakelektroden aangebracht:

  • ofwel ter hoogte van de stuit om de zenuwen te stimuleren die vanuit het ruggenmerg naar de blaas en bekkenbodem lopen (sacrale zenuwen)
  • ofwel ter hoogte van de enkel voor het stimuleren van de onderbeenszenuw die in verbinding staat met de zenuwen naar blaas en bekkenbodem (en darmen)

Deze elektroden worden verbonden met een toestel waarmee stroom kan worden opgewekt om de zenuwen te stimuleren.

TENS is een behandeling die dagelijks kan worden toegepast thuis ofwel op wekelijkse basis bij de bekkenbodemtherapeut als aanvulling bij bekkenbodemoefeningen.


-        PTNS of “percutane tibiale neurostimulatie”

Met een naaldje wordt de onderbeenszenuw aangeprikt die in verbinding staat met de zenuwen die vanuit het ruggenmerg de blaas en bekkenbodem aansturen/

Het naaldje wordt verbonden met een toestel waarmee stroom kan worden opgewekt om de zenuwen te stimuleren.

Deze behandeling wordt uitgevoerd door een bekkenbodemkinesist(e).

Frequentie en aantal sessies

In het begin worden de sessies best wekelijks ingepland (6 keer), om nadien de sessies meer te spreiden.

Pas na 4 tot 6 sessies zal je een effect op de klachten merken, geef de behandeling dus voldoende tijd. 

In sommige gevallen kan de behandeling worden afgerond na een 6-tal sessies, bij anderen zijn 9, 12 of zelfs 18 sessies nodig om voldoende effect te bereiken. 

Doel van de behandeling

Zenuwstimulatie kan worden toegepast bij:

Hoe span ik mijn bekkenbodemspieren aan?

Je spant vanzelf je bekkenbodemspieren aan wanneer je plas- of stoelgangsdrang ervaart en dit ophoudt/uitstelt. 

De bekkenbodemspieren maken hierbij steeds 2 bewegingen: een sluitbeweging en een liftbeweging.

Denk aan de deuren van een lift die sluiten, waarna de lift naar boven gaat.

Bij ontspanning gebeurt het omgekeerde: de lift zakt naar beneden en de deuren openen.

Dit kan je ook zelf oefenen.

Enkele tips van de kinesitherapeut:

Doe dit NIET

Oefen je bekkenbodemspieren niet op het toilet

Gebruik geen buikspieren, dijspieren of billen bij het aanspannen van je bekkenbodemspier

Stop niet met ademen tijdens het opspannen van je bekkenbodem. Adem rustig door of probeer luidop te tellen of zingen.

Doe dit WEL

Oefen je bekkenbodemspieren regelmatig, vooral op momenten waarbij de klachten optreden.

Span de bekkenbodemspieren op (de sluit- en liftbeweging). Oefen zowel op kort opspannen, als lang opspannen (tot 10 tellen aanhouden).

De bekkenbodemspieren oefenen bestaat niet alleen uit opspannen, maar ook uit ontspannen. 

Ontspan de bekkenbodemspieren volledig na opspannen (omgekeerde van sluit- en liftbeweging).

Volledig ontspannen is belangrijk voor de verschillende functies van de bekkenbodemspieren (plassen, stoelgang maken, seksuele betrekkingen).

Share this post
Vrouwen - Behandelingen

Gerelateerde artikels

Volg @plaspraat

// inside body tag