Veel mensen ondervinden een hevige plasdrang waardoor ze vaker moeten gaan plassen dan anderen.

Deze symptomen worden vaak als erg storend ervaren omdat ze je verhinderen tijdens je werk, uitstapjes met vrienden en familie, tijdens het sporten of je slaap.

De impact op de levenskwaliteit is hierdoor aanzienlijk.

Hoewel mensen vaak jaren wachten om hulp te zoeken, kan je er wel degelijk iets aan doen.

Wat is dat nu eigenlijk?

Van zodra iemand meer dan 8 keer per dag plast bij een normale vochtinname van 1,5 tot 2l per dag en normale fysieke inspanning, wordt er gesproken van veelvuldig plassen overdag ofwel pollakisurie.


In vele gevallen gaan deze klachten hand in hand met een plots opkomende hevige plasdrang, ook wel “urge” of “urgency” genoemd.

Soms is deze plasdrang zo dringend dat het toilet niet op tijd bereikt wordt en er dus ongewenst urineverlies is (aandrangincontinentie).

Dit kan gaan van enkele druppels tot een volledige plas.

Komt dit vaak voor?

Tot één op vijf volwassenen gaat vaker plassen dan normaal en/of ervaart regelmatig een (te) hevige plasdrang.

Waarom heb ik hier last van?

Vaak plassen en/of hevige plasdrang kan te maken hebben met een gestoorde werking van de blaasspier:

Het kan te maken hebben met een weerstand ter hoogte van de plasbuis waardoor de blaas overprikkeld wordt:

Ook een prikkeling van de blaaswand kan aanleiding geven tot vaak plassen, zoals bij:



Je eigen gedrag kan er ook voor zorgen dat je te vaak naar het toilet moet. 

Door telkens te gaan plassen zonder dat je een plasgevoel hebt maak je de blaas langzaamaan kleiner. Zeker als je daarnaast onvoldoende drinkt om de blaas goed te vullen. 


Ook stress kan je blaas prikkelen. Door angst- of stressgevoelens zullen de bekkenbodemspieren onbewust worden aangespannen, waardoor de druk op de blaas toeneemt en je sneller het gevoel krijgt te moeten plassen.

Wat kan ik zelf doen?

Indien het vaak plassen en de plotse aandrang normale activiteiten of situaties verstoort, is het raadzaam om hulp te zoeken.

Ook al loop je al jaren met deze klachten rond.

Je kan sowieso zelf al een aantal dingen doen om het plasprobleem aan te pakken.

  • pas de tips van urotherapie toe: onderhoud een gezond drink-, plas- en stoelgangspatroon

  • doe aan blaastraining: tracht je plas langer op te houden bij aandrangincontinentie, of ga juist op vaste tijdstippen plassen bij overloopincontinentie

  • hou een plaskalender bij, dit geeft je inzicht in je eigen plas- en drinkgedrag én is nuttig voor je arts als je verdere stappen wil ondernemen

Wat kan de arts doen?

Indien de levensstijladviezen en blaastraining geen effect hebben op je plasklachten, ga je best langs bij je huisarts, gynaecoloog of uroloog.

Onderzoeken

‍Je arts zal je vragen stellen over het urineverlies, maar ook ove andere plasklachten, stoelgangsproblemen, pijnklachten,...‍

Om de oorzaak van het urineverlies te achterhalen zullen onderzoeken worden uitgevoerd (niet noodzakelijk allemaal, afhankelijk van jouw klachten en de bevindingen):

  • lichamelijk onderzoek
    onderzoek van de buik, vagina, bekkenbodem om afwijkingen vast te stellen    
    zoals verandering van de slijmvliezen door de menopauze, zwakke bekkenbodemkracht

Om de plasproblemen beter in kaart te brengen zijn volgende onderzoeken noodzakelijk:

  • plaskalenderom het plas-en drinkpatroon in kaart te brengen
        ‍
            ‍
  • uroflowmetrie met echo residu
    om de plasstraal te beoordelen en te kijken of de blaas volledig leeg is na plassen

Afhankelijk van de resultaten van bovenstaande onderzoeken kan het nodig zijn het plasprobleem verder uit te werken met:

  • cystoscopie:
    om de binnenkant van de plasbuis en blaas te beoordelen
            ‍
  • blaasfunctieonderzoek:
    om de werking van de blaas- en sluitspier tijdens het vullen van de blaas en tijdens plassen te beoordelen

 

Behandelingen

Het onderhouden van een gezond drink-, plas- en stoelgangspatroon door middel van urotherapie is een eerste stap.

Blaastraining om de blaasinhoud groter te maken en plasdrang tegen te gaan is daarbij ook van belang. 

Elk van onderstaande behandelingen zullen bovendien een beter effect bereiken in combinatie met urotherapie en blaastraining.

Bekkenbodemtherapie kan helpen bij vaak plassen en/of hevige plasdrang door zowel een over- als onderactieve blaas, als bij een overspannen bekkenbodem.

Medicatie kan de blaas rustiger maken in het geval van een overactieve blaas.

Bij een luie blaas met overloopincontinentie is zelfsondage de hoeksteen van de behandeling. Hierbij wordt de blaas verschillende keren per dag leeggemaakt door kortdurend een sonde in de blaas te brengen.

Operaties zoals botulinetoxine in de blaas of sacrale neuromodulatie kunnen de overactieve blaas rustiger maken als bekkenbodemtherapie of medicatie onvoldoende helpt.

In uitzonderlijke gevallen kan een uitgebreide ingreep van de blaas noodzakelijk zijn, zoals een blaasvergroting of het aanleggen van een urostoma. Bijvoorbeeld als een luie blaas en overloopincontinentie niet onder controle te krijgen is en zelfsondage geen optie is.

 

Is er een onderliggende reden voor het ontstaan van een over- of onderactieve blaas, zoals blaasverzakking, neurologische aandoeningen zoals ziekte van Parkinson, hersenbloeding, bepaalde medicatie… dan moet de onderliggende oorzaak zo goed mogelijk worden aangepakt, maar kan één van bovenstaande behandelingen noodzakelijk zijn om de blaas terug onder controle te krijgen.

Referenties

  1. Dmochowski, R. R., & Ginsberg, D. A. (2020). Overactive Bladder in Women: Epidemiology, Evaluation, and Management. Obstetrics and Gynecology Clinics of North America, 47(4), 633-646.
    • Dit artikel biedt een uitgebreide bespreking van de epidemiologie, evaluatie en behandeling van overactieve blaas bij vrouwen, inclusief de rol van blaastraining en medicamenteuze behandelingen.
  2. Drake, M. J., Doumouchtsis, S. K., Hashim, H., & Petros, P. (2020). The Pathophysiology of Lower Urinary Tract Symptoms: Urgency and Overactive Bladder. Urology, 145, 20-28.
    • Dit artikel onderzoekt de pathofysiologie van urgentie en de overactieve blaas, met aandacht voor de onderliggende oorzaken van veelvuldig plassen en hevige plasdrang.
  3. Coyne, K. S., Wein, A., Nicholson, S., Kvasz, M., Chen, C. I., & Milsom, I. (2021). The Impact of Urinary Urgency and Frequency on Health-Related Quality of Life in Patients with Overactive Bladder. European Urology, 80(1), 24-33.
    • Deze studie richt zich op de impact van plasdrang en frequentie op de levenskwaliteit van patiënten met overactieve blaas en biedt inzicht in de psychologische en sociale gevolgen.
  4. Chapple, C. R., & Osman, N. I. (2021). Recent Advances in the Management of Overactive Bladder Syndrome. International Journal of Clinical Practice, 75(6), e14048.
    • Dit artikel bespreekt de laatste ontwikkelingen in de behandeling van overactieve blaas, waaronder farmacologische therapieën en bekkenbodemtherapie.
  5. Petros, P., & Ulmsten, U. (2020). Bladder Overactivity and Incomplete Emptying Due to Abnormal Pelvic Floor Tension. International Urogynecology Journal, 31(5), 947-952.
    • Deze studie bespreekt de rol van verhoogde bekkenbodemspanning bij overactieve blaas en urinewegproblemen, en de voordelen van bekkenbodemtherapie.
  6. Herschorn, S., Gajewski, J., Schulz, J. A., & Corcos, J. (2021). Canadian Urological Association Guidelines on Adult Urinary Incontinence. Canadian Urological Association Journal, 15(1), E33-E43.
    • Deze richtlijnen bieden een overzicht van de behandelingsopties voor urine-incontinentie bij volwassenen, met een focus op vaak plassen en aandrangincontinentie.
  7. Zorn, B. H., Montgomery, H., Pieper, K., Gray, M., & Steers, W. D. (2020). Urinary Frequency, Urgency, and Nocturia in Women with Overactive Bladder Symptoms. Neurourology and Urodynamics, 39(3), 1024-1030.
    • Deze studie onderzoekt de relatie tussen frequent urineren, nachtelijk plassen, en overactieve blaas bij vrouwen, met inzicht in diagnostische en therapeutische interventies.
  8. Serati, M., Braga, A., & Sorice, P. (2021). The Role of Pelvic Floor Muscle Training in Women with Urinary Incontinence: A Systematic Review and Meta-analysis. International Urogynecology Journal, 32(3), 621-632.
    • Dit artikel bespreekt de effectiviteit van bekkenbodemspiertraining bij vrouwen met urine-incontinentie, waaronder aandrangincontinentie en vaak plassen.
  9. Van Kerrebroeck, P., & Kelleher, C. (2020). Urgency and Frequency in Patients with Overactive Bladder: Which Comes First? Neurourology and Urodynamics, 39(4), 1168-1173.
    • Deze studie onderzoekt de relatie tussen plasdrang, frequentie, en de ontwikkeling van overactieve blaas bij vrouwen, en benadrukt de impact van vroegtijdige interventie.
  10. Sussman, D., & Haynes, J. (2021). Long-term Outcomes of Botulinum Toxin Injections for Overactive Bladder Syndrome: A Review. Journal of Urology, 205(2), 342-351.
  • Dit artikel bespreekt de langetermijnresultaten van botulinetoxine-injecties voor de behandeling van overactieve blaas, met aandacht voor de effectiviteit en mogelijke bijwerkingen.

Volg @plaspraat

// inside body tag