Dysfunctioneel / verkeerd plassen

Door het overmatig aanspannen van de bekkenbodemspieren en sluitspier tijdens plassen zijn de typische klachten:

• moeizaam plassen
• moeten duwen om te plassen
• onderbroken of afwijkende straal
• pijn bij plassen
• urineverlies tussendoor (door de spanning niet continu te kunnen aanhouden)

‍

Als het dysfunctionele plassen langere tijd bestaat kan dit aanleiding geven tot:

• een overactieve blaas die harder gaat samentrekken op verkeerde momenten met veelvuldig plassen voor kleine beetjes, hevige plasdrang, aandrangincontinentie
• een luie blaas met verminderd blaasgevoel en nog moeilijker leegplassen, overloopincontinentie en urineweginfecties

‍

‍

Mogelijke oorzaken van dysfunctioneel plassen zijn:

• verkeerde plasgewoontes zoals te haastig plassen of de plas langdurig ophouden bijvoorbeeld omwille van vieze toiletten op school
• constipatie waarbij de volle darm tegen de blaas duwt en je kind de bekkenbodemspieren meer gaat opspannen
• blijvend verhoogde bekkenbodemspanning na een urineweginfectie
• plasbuisvernauwing waardoor je kind de neiging heeft te duwen bij plassen, bijvoorbeeld meataal vliesje bij meisjes waarbij de plasstraal naar voor afwijkt

‍

‍

Dysfunctioneel plassen wordt vermoed op basis van de plasklachten. Je arts zal hiernaar vragen, maar ook naar andere klachten, zoals stoelgangsproblemen. 

Een lichamelijk onderzoek wordt uitgevoerd om onderliggende oorzaken zoals constipatie of afwijkingen aan de geslachtsdelen.

De plaskalender brengt het plas- en drinkgedrag in kaart. 

Een uroflowmetrie en echo residu bepaling laat toe de plasstraal te beoordelen en ook of de blaas leeg is na het plassen.

‍

Een blaasfunctieonderzoek voor het beoordelen van de blaasspier- en sluitspierwerking kan noodzakelijk zijn als de eerste onderzoeken onvoldoende duidelijkheid brengen of als de behandeling niet aanslaat.
‍
Zo nodig zullen bijkomende onderzoeken zoals een urineonderzoek, beeldvorming van de urinewegen of cystoscopie onder narcose worden uitgevoerd. 

‍

‍

De behandeling van dysfunctioneel plassen bestaat uit:

• aanleren van gezond drink-, plas- en stoelgangspatroon (urotherapie)
• blaastraining (zo nodig)
• bekkenbodemoefeningen en/of zenuwstimulatie (TENS)

‍

Als het dysfunctioneel plassen leidt tot een urineweginfectie, zal dit worden behandeld met antibiotica. 

Is er een anatomische afwijking zoals een meataal vliesje, kan een operatie nodig zijn om dit te verhelpen.